Het gros van de zzp’ers blijkt niet op de hoogte te zijn van de aftrekposten op de belastingaangifte. Ze kunnen zo honderden euro’s mislopen. Maar liefst 70 procent van de zzp’ers heeft geen kaas gegeten van de aftrekposten en toelages waar ze als ondernemer recht op hebben, blijkt uit onderzoek van Belastingadviseurs onder 7000 zzp’ers. De meeste zelfstandigen zonder personeel (62 procent) schakelt geen hulp in bij het doen van belastingaangifte, zij gaan vaak uit van de door de Belastingdienst vooraf ingevulde aangifte.
Deze moet altijd worden gecontroleerd maar klopt meestal wel voor mensen in loondienst. De aangifte voor een zzp’er is echter een stuk ingewikkelder. Ondernemers die voldoen aan het urencriterium, hebben recht op zelfstandigen- en startersaftrek. Met deze aftrekposten wordt de omzet aanzienlijk verlaagd, waardoor het bedrag aan verschuldigde belasting honderden euro’s lager kan uitvallen.
Volgens ZZP Belastingadviseurs weten zzp’ers vaak ook niet welke uren meetellen voor het urencriterium. Dit zijn niet alleen de gefactureerde uren, maar ook de uren die je in de bedrijfsvoering hebt gestoken.
Tegenover de zzp’ers die hun aftrekposten links laten liggen, staat een groep zelfstandigen die deze juist optimaal gebruiken en zo helemaal geen belasting hoeven te betalen. Deze zzp’ers zijn in aantal toegenomen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
In 2014 hoefde bijna 37 procent van hen geen inkomstenbelasting te betalen dankzij fiscale voordelen zoals de zelfstandigenaftrek, in 2016 zat ruim 39 procent van de zzp’ers onder de grens voor het betalen van inkomstenbelasting. In totaal betaalden daardoor 351.100 van de 891.300 zzp’ers in 2016 geen inkomstenbelasting.
De hoofdeconoom van het CBS zegt tegen het Financieele Dagblad dat ‘het inkomen van deze zzp’ers gewoon heel laag is’. “Zij verdienen hooguit 16.000 euro per jaar en vallen onder de grens waarboven inkomstenbelasting wordt geheven.” Zouden ze die belasting wel moeten betalen, dan zou hun inkomen al snel onder de bijstandsgrens zakken, waardoor werken voor hen nauwelijks nog loont.
Er zijn een aantal aftrekposten die ervoor zorgen dat zzp’ers aanzienlijk minder belasting betalen. Als ze onder een bepaalde inkomensgrens vallen, betalen ze zelfs helemaal geen belasting.
We zetten deze aftrekposten even op een rij:
Eerst de grootste aftrekpost: de zelfstandigenaftrek. Als je ondernemer bent, begin dit jaar de AOW-leeftijd nog niet hebt bereikt en voldoet aan het urencriterium, heb je in 2019 recht op een winstvrijstelling van 7.280 euro. Dat bedrag mag je van je winst aftrekken, om zo je belastbaar inkomen te verlagen. Als je winst te laag is om de zelfstandigenaftrek helemaal te verbruiken, verrekent de Belastingdienst de rest van het bedrag in de komende negen jaar.
Als je nog niet zo lang ondernemer bent, maak je waarschijnlijk ook nog niet veel winst. Daarom mag je de zelfstandigenaftrek verhogen met 2.123 euro. De voorwaarden van de Belastingdienst zijn dat je in één of meer van de vijf voorgaande jaren geen ondernemer was, en dat je in die periode niet meer dan twee keer de zelfstandigenaftrek toepaste.
Met de mkb-winstvrijstelling mag je een percentage van je winst aftrekken nadat je de ondernemersaftrek (de punten hierboven) hebt toegepast. Het bedrag dat je dan overhoudt, mag je met nog eens 14 procent in mindering brengen. Maar als je verlies maakt in plaats van winst, pakt de mkb-winstvrijstelling nadelig uit. Ook het verlies moet namelijk worden verminderd met het percentage van de mkb-winstvrijstelling. Daardoor kun je minder verlies verrekenen met je inkomen.
Koop je een laptop om als zzp’er op te werken? Dan kun je die, als je ‘m langer dan een jaar gaat gebruiken en hij minimaal 450 euro kost, afschrijven. Normaliter schrijf je producten als een laptop, beamer of auto in vijf jaar af, maar starters mogen zelf weten hoe snel ze afschrijven. Dat heet willekeurig afschrijven. Als je meteen een hoge winst draait, kun je dus producten versneld afschrijven waardoor je je winst drukt en je dus minder belasting hoeft te betalen. Draai je nog geen winst? Dan kun je de afschrijving ook uitstellen.
En als je als ondernemer in een jaar tijd meer dan 2.300 euro en minder dan 57.321 euro investeert in bedrijfsmiddelen, heb je recht op een aftrek van 28 procent van het investeringsbedrag. Hier vind je meer informatie.
Andere zakelijke kosten, zoals lunches, reiskosten of werkkleding, zijn ook aftrekbaar. Hier zie je welke kosten je allemaal kunt aftrekken.
Dan zijn er nog de heffingskortingen. Dat zijn geen aftrekposten, maar wel directe kortingen op het belastingbedrag dat je moet betalen. Zo is er de algemene heffingskorting, die iedereen kan krijgen tot en met een belastbaar inkomen van 20.384 euro uit werk en woning. De algemene heffingskorting bedraagt 2.477 euro. Maar er is ook nog de arbeidskorting, een belastingvoordeel voor iedereen met een inkomen uit loondienst, winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. De korting is inkomensafhankelijk en bedraagt maximaal 3.399 euro. Hier vind je alle heffingskortingen.